Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ik viel [neder] voor zijn voeten, [21]om hem te aanbidden, en hij zeide tot mij: Zie, dat gij [dat] niet [doet]; ik ben uw mededienstknecht, en uwer broederen, die de getuigenis van Jezus hebben; [22]aanbid God. Want de getuigenis van Jezus [23]is de geest der profetie. 21. Namelijk daartoe uit menselijke zwakheid bewogen zijnde, zo door de heerlijkheid des engels, als door de aangename verkondiging, die hij deed van de komst der bruiloft des Lams, gelijk in Cornelius dergelijke aan Petrus is geschied; Hand.10:25. En hoewel Johannes dezen engel voor God zelf niet hield, nochtans, omdat deze eer de maat te buiten ging, en iets goddelijks scheen te hebben, zo heeft de engel deze geweigerd aan te nemen, zo hier als hierna hfdst.22 vs.9; gelijk ook de dienst der engelen van Paulus in het algemeen wordt verboden; Kol.2:18. 22. Namelijk wien deze eer der ware aanbidding alleen toekomt; Matth.4:10. 23. Dat is, eenzelfde zaak met den geest der profetie en van een waardigheid. Waaruit hij bewijst dat zij beide dienstknechten van Jezus Christus zijn, terwijl hij den geest der profetie had ontvangen om Johannes dit te melden, hfdst.1 vs.1, en Johannes insgelijks om dit voor de gemeente van Christus' wege te betuigen.